Gran Canaria
Gran Canaria
Gastronomie

Mogán

Fruit en tonijn uit zee

Aan de kust van Mogán vind je een groot aantal hotels en appartementencomplexen. Het strand, de zee en de havens trekken veel bezoekers en dit is een eldorado voor watersporters en fervente zeevissers. In de vele restaurants kun je genieten van lokale producten. In het binnenland groeit tropische fruit, zoals papaja, mango en avocado. De zee is hier bijzonder rijk aan vis, en de plaatselijke vissers uit Arguineguin en Puerto de Mogán brengen dagelijks verse vis en schaal- en schelpdieren aan land. In het tonijnseizoen wordt de 'tonijn van Mogán' hier gevist. Verser en lokaler kan bijna niet!

Mogán

Het bergachtige landschap van Mogán nodigt uit tot het maken van wandelingen in de mooie omgeving. Het landschap is door de natuur, maar ook door de mens vormgegeven.  In de twintigste eeuw werkten de eilanders hard op de velden om eten op tafel te kunnen zetten - ze teelden groenten voor eigen gebruik en om in de rest van Europa te verkopen. Waar nu tropisch fruit groeit, werden destijds vooral tomaten geteeld die het onder de felle zon goed deden.

Een van de oudere bewoners herinnert zich nog hoe in de buurt van het latere stuwmeer, 'Presa de Soria', de boeren drie uur door de bergen liepen met hun paarden en ezels om hun tomaten van de velden naar het dorp te vervoeren. “Daarvoor werden grote manden gebruikt,” vertelt deze man die zelf al heel jong mandenmaker werd. De vele palmen produceerden de palmbladeren voor het maken van de manden. “De manden moesten groot genoeg zijn voor 50 kilo tomaten. Als we bij de velden in Cercados de Espino aankwamen tijdens de oogst, moesten we vaak meerdere reizen maken om alles op te halen - drie uur naar beneden en drie uur naar boven. De tomaten konden alleen maar in de manden worden vervoerd.”

Mogán

De tomaten werden verder verscheept naar havens op het Europese vasteland en in Groot-Brittannië. Het fruit dat in Mogán werd geteeld, werd verkocht op de markt in de hoofdstad van het eiland en was beroemd om de hoge kwaliteit ervan. De perziken uit Soria en de sinaasappels uit Mogán werden op de rug van ezels en paarden naar San Mateo vervoerd, waar de weg vanaf Las Palmas de Gran Canaria liep - deze reis duurde vijf uur.

De moderne snelweg die nu langs Mogán loopt doet je misschien denken dat dit verhaal van mandenmaker Manuel Pérez gaat over tijden die al eeuwen achter ons liggen. Maar niets is minder waar, het gaat hier om het recente verleden.

Mogán

Ook de vissers gooien nog steeds hun trossen los om vis te vangen, in betere omstandigheden en met betere boten dan destijds - het zeil is vervangen door een krachtige motor. Het vissersbestaan eist nog steeds veel inzet en kracht. Ze zetten hun koers uit over zee en kennen de kust en de visgronden op hun duimpje. Zo brengen ze in de winter schaal-en schelpdieren aan land of vissen ze op zeebrasem ('bocinegro' of 'sama') in de buurt van de kust. Verder op zee wordt in de zomer de gewilde gestreepte tonijn gevangen.

De vissers weten uit ervaring welke vis waar te vinden is. Ze leggen de boot stil - waar ze vroeger het zeil streken stoppen ze nu de motor en laten zich op het water drijven. Het is stil. De vissers wachten af. “Het water rimpelt. Er zijn veel kleine visjes. Ze bijten”, zegt de visser terwijl hij aan het vissnoer voelt dat het water in loopt. Hij weet wat er bij het aas zwemt omdat hij dat merkt aan “hoe ze bijten.” “Vandaag vangen we een grote,” vertelt hij. Na de kleine visjes komen de grote, en dus weet hij: “Hierna bijt de zeebrasem.” Hij weet wat voor vis er aan de lijn zit bij het ophalen, voordat hij de eerste vis ook maar boven water haalt. Dat kan alleen een lange ervaring je leren.

Mogán
Mogán