De oorsprong van de geschiedenis in het algemeen van de Canarische eilanden, is een mengeling van mythen en legendes. In dit verband bestaan er verscheidene theorieën. Op de een of andere manier moeten we toch teruggaan naar de klassieken om de eerste historische referenties over Gran Canaria te krijgen. De onderzoekingen over de eerste menselijke vestigingen wijzen op een verbinding met Noord-Afrikaans gebied en de culturele invloed van de Berbers die het eiland rond vijfhonderd voor Christus koloniseerden. Gran Canaria was het belangrijkste, receptieve eiland voor de verschillende volken en culturen die in de pré-hispanische periode naar de archipel kwamen.
De verovering van het eiland vond plaats in het laatste kwart van de 15e eeuw, onder het bewind van de Reyes Católicos (de katholieke koningen, Isabel van Castilië en Ferdinand van Aragón). Het kostte vijf jaar van strijd, veroorzaakt door de sterke tegenstand van de oorspronkelijke bewoners. De definitieve inlijving van Gran Canaria bij de Kroon van Castilië is te danken aan Pedro de Vera, die in 1483 de verovering, door Juan Rejón begonnen, voltooide. Deze verovering kende twee fases: Het aan land gaan en de vestiging van het kampement Real de Las Palmas, in de uitmonding van de Guiniguada. Gevolgd door de militaire campagne van Vera, die eindigde met de onderwerping van de oorspronkelijke bevolking van Gáldar en een veroveringsstrijd in het zuidelijk bergland aan de kust.
Vanaf dat moment begon de Kroon van Castilië met doorweven en infiltreren van Gran Canaria met zijn politiek, sociaal en economisch netwerk. De hoofdstad van Gran Canaria ontpopte zich als het administratief centrum en het epicentrum van de uitvoerende macht op de archipel: Aartsbisdom van de Canarische eilanden, Territoriaal Gerechtshof, Tribunaal van de heilige inquisitie... In de 17e eeuw brokkelde deze luister van Gran Canaria af. Dit was te wijten aan de teruglopende agrarische export, zowel naar Zuid Amerika als de rest van Europa.
We moeten wachten tot het midden der 19e eeuw, alvorens de vrijhavens werden uitgeroepen. Een speciaal economisch regime, gecreëerd om de handelsrelaties van de archipel te bevorderen. Het is juist deze fiscale voorkeursbehandeling, gebaseerd op vrijstelling van heffingen en faciliteiten voor het handelsverkeer, die steeds meer Engelse scheepvaartondernemingen en schepen naar het eiland trekt. Heden ten dage, wordt de status van Gran Canaria en de archipel geregeld, in de wet op het fiscaal en economisch stelsel. Deze werd ingevoerd, sinds de Canarische eilanden deel uit maken van de Europese Unie.
Juist dit scheepvaartverkeer, was de oorzaak dat het toerisme op Gran Canaria zich zou ontwikkelen. In de loop der jaren zou het uitgroeien tot de belangrijkste inkomstenbron van Gran Canaria en het eiland een van de hoogste plaatsen geven op de rangladder van toeristische bestemmingen op de wereld. Vanaf de tweede helft der 19e eeuw werd Gran Canaria populair onder de Europeanen als ontspanningsoord én kuuroord. Dit werd door de scheepvaartondernemingen benut door bij de overtochten, hutten beschikbaar te stellen voor passagiers. Het waren ook deze maatschappijen, die de bouw van hotels op het eiland bevorderden, waaronder het Santa Catalina Hotel in Las Palmas de Gran Canaria (1890). Dit hotel bestaat, als enige uit die tijd, nog steeds en blijft heel bijzonder.
De ontwikkeling van het toerisme en de bijbehorende dienstverlenende sector werden verstoord door de opeenvolgende oorlogen (1e wereldoorlog, Spaanse burgeroorlog en 2e wereldoorlog ). Zelfs de opening in 1930 van het vliegveld van Gran Canaria, toentertijd Gando, kon de toeristenindustrie geen nieuw leven inblazen.
Pas in de jaren 50, ontstond weer een stijgende tendens in de bezoekersaantallen. Met kerstmis 1957 landde op Gando een vliegtuig van de Zweedse maatschappij Transair AB, met al de 54 stoelen bezet. Het betrof de eerste vlucht van een serie charters , waarmee Gran Canria werd geïntroduceerd in het georganiseerde groepstoerisme als moderne toeristische economische activiteit.