Er worden in Agüimes veel volksfeesten gevierd. Een zeer belangrijk feest is dat van Nuestra Señora del Rosario op de laatste dag van september, met evenementen zoals de Traída del Agua y del Gofio (komst van de regen en de maïs). Op deze dag komen honderden mensen bijeen om de maïs, een belangrijk ingrediënt van de Canarische keuken, volgens oud gebruik naar de molen te brengen.
De feesten van Nuestra Señora del Rosario zijn verklaard tot evenement van nationaal toeristisch belang.
Tijdens een ander belangrijk feest, de Encuentro en el Casco (ontmoeting in het centrum), zijn de straten en pleinen in het centrum van Agüimes een bonte mengelmoes van folklore, couleur locale en traditionele gerechten.
In augustus is er La Vará del Pescao (het inhalen van de vis), een feestelijke optocht door het vissersdorpje Arinaga met muziek en folklore op weg naar geroosterde verse sardines.
In mei is het in Arinaga de beurt aan de feesten van San José Obrero, een feest gewijd aan de boeren (obreros) en herders waarin de landbouw- en herderstradities van de wijk Cruce de Arinaga tot uiting komt in het feestelijke verweiden van de schapen en het melken van geiten en koeien, en het maken en proeven van traditionele kazen. Daarnaast is er plaats voor demonstraties van oude spelen en andere leuke activiteiten.
In februari, ten slotte, vindt in Agüimes een van de oudste en populairste carnavalsfeesten van heel Gran Canaria plaats, met de dag van het oude carnaval, concoursen voor carnavalsgroepen en de Reci-Drag Queen.
De omgeving van Agüimes was in de pre-Spaanse periode al dicht bevolkt. De inboorlingen leefden in het begin van onze jaartelling in allerlei nederzettingen (in woongrotten en hutten) verspreid over de vele kloven die het bergachtige eiland doorsnijden.
Temisas en Agüimes waren voor de komst van de Spanjaarden al beschavingskernen van belang, zoals blijkt uit de archeologische overblijfselen die daar en in de barrancos van Balos en Guayadeque zijn gevonden. Deze menselijke en materiële rijkdom trok de eerste zeevaarders aan die zich halverwege de veertiende eeuw op de Atlantische Oceaan waagden om slaven te zoeken en met de lokale stamhoofden 'orchilla' (kleurstof) en 'drakenbloed' (rode gom) te ruilen tegen ijzeren werktuigen.
Onmiddellijk na de verovering van Gran Canaria ontstaat Agüimes rond de Plaza de San Sebastián. Het is een zeer begeerd gebied vanwege, onder meer, de natuurlijke havens, de vis- en weidegronden, de wijngaarden en suikerrietvelden, bossen en velden, molens en meertjes, en de vele bronnen en stroompjes.
Agüimes wordt na zijn stichting in 1487 door de koning van Spanje overgedragen aan de Kerk als tegenprestatie voor het geld waarmee bisschop Don Juan de Frías had bijgedragen aan de verovering van Gran Canaria. De kerkprovincie, met meer dan 130 kilometer kust van Gando tot aan Maspalomas, bleef vier eeuwen lang bestaan, totdat ze werd opgeheven door de invoering van de 'secularisatiewet' van 1837.
De gemeente Agüimes ligt in het zuidoosten van het eiland Gran Canaria. Ze meet 76 vierkante kilometer en heeft met een gemiddelde jaartemperatuur van 20°C en zeer weinig neerslag een mild klimaat.
Het stadje kent drie duidelijk van elkaar verschillende zones: weides vanaf ongeveer 300 meter boven de zeespiegel; een agrarisch gebied vanaf 275 meter – hierin ligt ook het historisch centrum – en een kuststrook die doorloopt tot het vissersdorp Arinaga.
Agüimes combineert een gevarieerd landschap vol inheemse nederzettingen en koloniale architectuur met de maritieme cultuur die langs de kust overheerst.
Het meest opvallende aan Agüimes is het bergachtige landschap, met de Barranco de Guayadeque, de Aguayro-rots en het vulkaanlandschap van Arinaga.
Aan het einde van de 19e en, meer nog, in de loop van de 20e eeuw groeide de lokale, Spaanse en Europese vraag naar tuinbouwproducten zodanig dat de grote stukken land langs de kust in het zuidoosten van het eiland werden bestemd voor de aanplant van exportgewassen, aanvankelijk vooral op de koude grond (tomaten) en meer recentelijk in kassen (tomaten, komkommers, wortels, paprika's, bloemen enzovoort).
Ook industriële activiteiten hebben in deze streek een zekere traditie. Suikerfabrieken, oliemolens, graanmolens, kalkovens voor de bouw en zoutziederijen voor huishoudelijk gebruik en de industriële conservering van levensmiddelen. De laatste tijd concentreert de industrie zich steeds meer langs de Autovía del Sur (de snelweg noord-zuid) en de luchthaven vanwege de goede verbindingen en de voordelen die de directe nabijheid van de haven van Arinaga aan ondernemers biedt.