Het belangrijkste feest in Gáldar wordt op 25 juli ter ere van de beschermheilige gevierd: het feest van Santiago de los Caballeros. Tussen 1 juli en 5 augustus wordt een groot aantal activiteiten georganiseerd, zoals de verkiezing van de 'Guayarmina' en haar hofdames de 'Tenesoyas'; de processie met een offerande aan de beschermheilige waaraan praalwagens van de verschillende wijken van Gáldar en andere dorpen van het eiland meedoen. Hierbij worden traditionele producten van het eiland aangeboden aan Santiago Apóstol (de heilige Jacobus); in het dorp wordt ook een 'bloemengevecht' gehouden en er wordt vuurwerk afgestoken. Op 27 juli worden ter gelegenheid van het feest van San Cristóbal, de beschermheilige van de reizigers, voertuigen gezegend.
Andere optochten in Gáldar zijn de processie ter ere van San Isidro en de optocht op 5 januari aan de vooravond van Driekoningen, de traditionele pakjesavond voor kinderen in Spanje. Na de optocht ('cabalgata') vindt het toneelstuk 'Auto de los Reyes Magos' plaats, waarin het kerstverhaal wordt verteld. Gáldar is één van de weinige plaatsen waar deze traditie nog levend wordt gehouden.
In februari vindt het jaarlijkse en bijzonder populaire carnaval plaats.
Agáldar was vóór de Spaanse verovering de belangrijkste plaats op het eiland en hier waren verschillende maatschappelijke en politieke instellingen gevestigd. De leiders werden door de kroon van Castilla erkend als de koningen van de Canarische Eilanden en Agáldar werd stilzwijgend als hoofdstad van het oude koninkrijk erkend.
Toen aan het einde van de vijftiende eeuw de parochie van Santiago de Gáldar werd gesticht, ontwikkelde de gemeente zich tot een belangrijk referentiepunt voor het Christendom op de eilanden. De gemeente bleef in politiek en administratief opzicht in het noordwesten van Gran Canaria een belangrijke plaats innnemen. In de loop der tijd werden de regio's Guía, Agaete en Artenara zelfstandige eenheden.
In Gáldar is tot het einde van de achttiende eeuw veel van het rijke verleden bewaard gebleven. De economisch voorspoedige periode die daarop volgde, leidde tot een nieuwe indeling van de stad en er werd bijna een eeuw lang veel gebouwd.
Het prestige van Gáldar in de negentiende eeuw blijkt uit de verkiezing tot vestigingsplaats van het gerechtshof in 1812, tot hoofdplaats van de regio in 1837, het bewogen aantreden van de regionale regering in 1843, de oprichting van de schouwburg in 1847, de vestiging van een marinehaven in 1859 en als sluitstuk de toekenning van stadsrechten in 1894.
In de dertiger jaren van twintigste eeuw leed Gáldar onder het verdriet dat de burgeroorlog met zich meebracht. Het herstel bracht een intensivering van de economie en de bevolkingsaantallen met zich mee, zodat Gáldar vandaag de dag een stad is met een rijk historisch verleden, waar archeologische vindplaatsen en gebouwen van allerlei verschillende bouwstijlen en periodes vanaf de zeventiende eeuw naast elkaar te bewonderen zijn.
Gáldar ligt in het noordwesten van het eiland Gran Canaria, in de 'Comarca del Noroeste' (noordwestelijke regio) op 27 kilometer afstand van de hoofdstad.
De oppervlakte bedraagt 61,58 vierkante kilometer en de grootste hoogte wordt in de bergen van het binnenland van het eiland bereikt: 1700 meter. De gemeente is driehoekig van vorm en reikt tot ver in het binnenland.
In het noorden grenst Gáldar aan de Atlantische Oceaan; in het zuiden aan de gemeente Artenara; in het oosten aan Santa María de Guía en Moya; en in het westen aan Agaete.
Het hooggelegen deel van deze noordelijke gemeente heeft een landschap met steile hellingen en verschillende ladndschappen, zoals de Montañón Negro, de oude vulkaankrater 'Caldera de los Pinos de Gáldar' en de 'Hondo de Fagagesto', die het resultaat zijn van oude vulkaanuitbarstingen.
De geografische en historische achtergrond van Gáldar maakt dat deze gemeente zich vooral richt op de landbouw, waarbij de bananenteelt een grote plaats inneemt. Hier worden in vergelijking met de andere plaatsen op Gran Canaria de meeste bananen geproduceerd. De teelt van sierplanten en bloemen is ook belangrijk.
Andere traditionele groenten die hier vandaan komen zijntomaten en de beroemde uien van Gáldar, naast de bekende producten die op de hellingen worden geteeld, zoals aardappels en mais.
De veeteelt is ook belangrijk voor de economie, zoals het huis Viera y Clavijo (opgericht in de achttiende eeuw) dat uitmuntende schapenkazen en 'quesos de flor' produceert.