Het belangrijkste en oudste feest in de gemeente is het feest ter ere van haar beschermheilige Santa Brígida. De eerste zaterdag in augustus wordt een processie gehouden, een traditie die dateert uit 1957. Alle wijken en dorpjes nemen deel aan de processie met praalwagens die versierd zijn met religieuze en mystieke motieven.
Op 13 juni vindt het feest van San Antonio plaats met een aantal activiteiten, waarvan de expositie FLORABRÍGIDA de belangrijkste is. Hier worden bloemen, planten en vogels tentoongesteld. De eerste editie vond plaats in 1975.
In La Atalaya wordt een feest ter ere van San Pedro gevierd. Dit is een traditioneel feest met een fakkeloptocht, de Romería de las Antorchas, waarbij de processiegangers een beeld van de heilige meedragen naar de grotten van de keramiekwerkers.
De Bajada al Velero wordt eind augustus gevierd in Las Meleguinas. De buurtbewoners verzamelen zich daarbij om de oude wasplaatsen en imiteren de activiteiten van de wasvrouwen vroeger.
Aan de vooravond van Allerheiligen wordt het Fiesta de los Finaos gevierd in El Madroñal. De bewoners komen hier samen voor een praatje en om te genieten van herfstfruit: gebakken kastanjes en appels vergezeld van anijslikeur. Dit feest wordt ook in het centrum van Santa Brígida gevierd.
De gemeente Santa Brígida heeft in de loop van haar geschiedenis verschillende namen gehad. De inheemse naam was Sataute, wat 'palmboom' betekent. Andere namen waren: El Lugar de la Vega, La Vega, Vega de Abajo, Vega de San Antonio en als laatste Santa Brígida of Villa de Santa Brígida, het dorp Santa Brígida.
De inheemse Canariërs overleefden hier dankzij alles wat het bos hen bood: hout voor de keukens en keramiekovens en voor hun gereedschappen en gebruiksvoorwerpen. Hiervan getuigen de archeologische vindplaatsen in de gemeente, zoals La Atalaya en het grottencomplex Cueva de los Canarios.
De 'Villa de Santa Brígida' maakte, zij het kort, geschiedenis als hoofdstad van het eiland en hoofdkwartier van het leger voor één week - de tijd die nodig was om de Nederlanders te verslaan, die werden aangevoerd door admiraal Pieter Van Der Does.
Santa Brígida werd aan het begin van de zestiende eeuw gesticht. Na de verovering van het eiland Gran Canaria, werd La Vega één van de eerste plaatsen waar de gronden en waterrechten werden verdeeld, omdat hier goede gronden lagen en water overvloedig voorhanden was. Ook lag het niet ver van de hoofdstad. Deze omstandigheden waren aantrekkelijk voor de kolonisatie van deze gronden.
Al snel werd een nieuw landschap gecreëerd. De wijngaarden met de bodega's en wijnpersen werden de motor voor de economie van Santa Brígida. Hoewel de wijndruiven domineerden, werden ook andere gewassen geplant, zoals granen die het basisvoedsel vormden en suikerriet, een product dat in de zestiende eeuw een groot deel van de grond innam.
Santa Brígida trok door haar klimatologische condities en de goede gronden veel mensen aan en ontwikkelde zich tot een groot dorp.
In de zeventiende eeuw nam de bevolking sterk toe, en deze opgaande lijn hield honderden jaren stand. De bevolking is verdeeld over de kernen El Monte, La Atalaya, Las Cuevas, Las Goteras, Satautejo, La Angostura, Los Silos, Lomo Espino en Pino Santo. Santa Brígida nam zo wat inwoners betreft de derde plaats in op Gran Canaria, na Las Palmas de Gran Canaria en Telde.
Santa Brígida heeft een oppervlakte van 23,81 vierkante kilometer en ligt op het noordoostelijke deel van het eiland Gran Canaria, met hoogtes van 350 meter aan de het begin van het dal van Guiniguada tot 900 meter in de bergen van Pino Santo.
Het landschap van Santa Brígida is bijzonder gevarieerd, met vooral een grote diversiteit in de aanwezige bloemen, planten en bomen. Het dorpscentrum ligt aan een diepe vallei met mooie palmbomen, waaraan het zijn inheemse naam heeft te danken: Sataute.
Tegenwoordig is Santa Brígida een combinatie van de agrarische historie en een moderne villawijk, waar inwoners van Las Palmas graag naartoe verhuizen om het stadsleven van de hoofdstad te ontvluchten. De vruchtbaarheid van de grond heeft hier ook aan bijgedragen, zoals te merken is aan de namen van verschillende plekken, die genoemd zijn naar de inheemse planten en bomen die hier vroeger stonden, zoals Monte Lentiscal, Los Olivos, Madroñal of Pino Santo.
La Atalaya is een oude inheemse nederzetting van keramiekwerkers met in de rotsen uitgehouwen huizen, waar deze traditie levend wordt gehouden. Dichtbij het dorp ligt de golfbaan en de Caldera de Bandama, een vulkaankrater met een doorsnede van één kilometer. Het beste uitzicht heb je vanaf het uitzichtpunt op 574 meter hoogte. Ook Las Vegas, de hoofdstad van het eiland en Telde zijn vanaf hier te zien.
De landbouweconomie is op de tweede plaats gekomen na de toename van de huizenbouw, omdat er eenvoudigweg minder landbouwgrond overbleef.
Ook de handelsactiviteiten en het toerisme die met de bouw van de urbanisaties gepaard gingen, hebben bijgedragen aan deze economische wending.
De wijnbouw van Santa Brígida blijft echter belangrijk en heeft op het eiland veel prestige.