In juni eert Telde zijn schutspatroon, San Juan Bautista (Johannes de Doper) in de oude wijk San Juan.
Een ander traditioneel en zeer populair feest dat hier wordt gevierd is dat van La Traída del Agua (de komst van de regen) in augustus. Het feest, dat al ongeveer 25 jaar in de volkswijk Lomo Magullo wordt gehouden, is een feestelijke intocht van de brengers van het natte element, waarmee het einde van de vaak langdurige zomerdroogte wordt afgesmeekt.
In september viert Telde de Bajada del Santísimo Cristo, een processie met het 16e-eeuwse kruisbeeld dat gewoonlijk bij het altaar van de San Juan Bautista-kerk staat. Het beeld maakt nog altijd veel devotie los in de bevolking van Telde. De gewoonte wil dat mensen die dag met een roos langs de voeten van het beeld strijken om beschermd te zijn tegen ziekte en onheil.
In diezelfde periode zijn de feesten van Nuestra Señora del Carmen (Heilige Maagd Maria van de berg Karmel). De oude scheepskwartieren van Telde worden dan opgetooid met bloemenslingers om deze oude schutspatrones van de zeelui te eren. Bijzonder indrukwekkend is ook de 'processie van land en zee' over het strand van Melenara.
In oktober is het tijd voor de feesten van Franciscus van Assisi. Deze worden gevierd in de unieke historische wijk San Francisco. Een van de hoogtepunten van dit feest is het klaarleggen van de mantel van Franciscus waarop burgers van Telde hun aalmoezen voor de behoeftigen kunnen deponeren.
November brengt de feesten van San Gregorio, een van de schutspatronen van Telde, wiens beeld in een processie door de straten van de wijk wordt gedragen. Het parcours loopt onder meer naar landbouwpercelen, waar de dragers het beeld drie buigingen laten maken alsof San Gregorio zelf de vruchtbare aarde zegent en rijke oogsten zeker stelt.
Vijf eeuwen geleden was Telde de hoofdstad van een van beide koninkrijken waarin het eiland Gran Canaria was verdeeld. Nog altijd staan hier en daar stukken van de stenen muur die op bepaalde punten samenviel met de grenzen van dit koninkrijk. Deze eerste stad, die in de middeleeuwen werd gesticht door zendelingen uit Mallorca, markeert het begin van de Spaanse kolonisatie van Gran Canaria.
Toen het eiland volledig was veroverd, werd de grond opnieuw verdeeld. In Telde profiteerden daarvan de veroveraars Alonso Rodríguez de Palenzuela, die spoedig suikerriet aanplantte en een suikerfabriek begon, Alonso de Matos en Cristóbal García del Castillo.
Dankzij deze vroege suikerindustrie ging het Telde voor de wind, werden er prachtige landhuizen gebouwd en belangrijke kunstwerken gekocht. De oorsprong van Telde ligt bij de oude San Juan Bautista-kerk en de Plaza Mayor. Rondom dit plein kwamen de belangrijkste gebouwen te staan van de kerkelijke en wereldse machten.
Telde is qua oppervlakte en bevolking de grootste gemeente aan de oostkant van het eiland Gran Canaria. De gemeente meet ruim 100 vierkante kilometer en ligt 130 meter boven de zeespiegel.
In het noorden grenst Telde aan de gemeenten Las Palmas de Gran Canaria en Santa Brígida, in het zuiden aan Ingenio, in het westen aan Valsequillo en in het oosten aan de Atlantische Oceaan.
Het grondgebied van de gemeente kan in drie duidelijk verschillende zones worden verdeeld: de kustvlakte, het heuvelland en de bergen. Het hoogteverschil in de gemeente bedraagt ruim 1300 meter op een afstand van slechts 15 kilometer.
Er liggen een paar slapende vulkanen en de heuvels worden in alle richtingen doorsneden door diepe kloven en ravijnen.
In geologisch opzicht onderscheidt het grondgebied van Telde zich door zijn jonge gesteente uit vulkaanuitbarstingen in het Quartair, waarvan de lavastromen het reliëf hebben afgevlakt en de hellingen naar de zee minder steil hebben gemaakt. De meest opvallende vulkanen zijn de Montaña de Las Palmas, de Montaña de Cuatro Puertas en de Montaña de Santidad. Verder zijn ook de talloze goed geconserveerde kraters in het vulkaanveld van Jinámar van groot belang vanwege hun geologische en landschappelijke kwaliteiten.
Tot in de twintigste eeuw was landbouw de voornaamste activiteit in Telde. De ontwikkeling van de commerciële teelt op geïrrigeerd land (bananen en tomaten) was gericht op productie voor de Europese markt. Deze vorm van landbouw vertoont nu duidelijk tekenen van verval en maakt plaats voor andere landbouwmethoden, bijvoorbeeld in kassen of op velden die al lang niet meer worden geëxploiteerd met traditionele methoden. Onder deze gewassen nemen aardappelen, gierst en bepaalde groenten een belangrijke plaats in.
Ook de industrie is in Telde al eeuwenlang vertegenwoordigd en vervaardigt de materialen die nodig zijn voor andere economische activiteiten zoals landbouw en veeteelt, de haven en toerisme.
