De natuur op Gran Canaria geeft de bewoners al honderden jaren plezier. Allereerst door het goede klimaat dat het hele jaar door heerst. Het goede weer maakt het leven aangenaam en rustig. Hoewel we het niet alleen over het goede weer hebben als we zeggen dat de natuur zo vriendelijk is geweest voor Gran Canaria.
Gran Canaria is een continent in het klein, met een scala aan ongewone landschappen midden in een zeer diverse eilandengroep. Daarom heeft de Unesco besloten om het eiland tot biosfeerreservaat uit te roepen. Om actief mee te werken aan de instandhouding van de puzzelstukjes van deze natuurlijke omgeving, een ongewone en bijzondere microwereld. Bijna de helft van het geografische gebied van Gran Canaria is opgenomen in dit reservaat, dat zes dorpen op het platteland omvat waar traditionele activiteiten worden uitgeoefend.
Wat maakt de natuur op Gran Canaria zo bijzonder dat de Unesco deze erkenning nodig vond? In de eerste plaats is het eiland een themapark van de bijzondere en magische flora van Macronesië. Een open park met een schat aan planten en bloemen die zich onafhankelijk van de rest van de wereld hebben ontwikkeld, die het stempel dragen van Macronesië. Een natuur die eeuwenlang zijn eigen gang is gegaan, tussen de verschillende landschappen op het eiland.
En de variëteit aan bergachtige landschappen, de speciale geomorfologie, vormt een andere bijzonderheid van Gran Canaria. Een enorme krater, de Caldera de Tejeda, domineert het midden van eiland, waarvandaan het regenwater via een fijnmazig netwerk van valleien, riviertjes en ravijnen tot aan de zee naar beneden slingert. Gran Canaria is eigenlijk een bergmassief dat zich vanuit de zee uitstrekt tot een hoogte van 1949 meter op de Pico de las Nieves.
De hoogte van het eiland en de vele hoogteverschillen in het landschap zorgen voor een veelvoud aan microklimaten en habitats. In dit opzicht is het zuidwesten van Gran Canaria opvallend, waar het natuurlijke landschap door de eeuwen heen bewaard is gebleven. In deze regio bevinden zich de uitgestrekte bossen met Canarische pijnbomen, een boomsoort met bijzondere eigenschappen die uniek is in de wereld. Verder hebben menselijke activiteiten een bijdrage geleverd aan de omgeving waarbij het moeilijk is onderscheid te maken tussen de elementen die door de traditionele bewerking van het land tot stand zijn gekomen en het oorspronkelijke landschap. Zo is een bijzondere puzzle aan landschappen ontstaan die nu voor toekomstige generaties wordt behouden.
Het karakter van Gran Canaria als eiland vol contrasten zet zich voort aan de kust. Vanaf de kust tot een hoogte van 300 meter is het landschap erg droog met inheemse vetplanten en cactussen. In de dalen zijn de bodems van de ravijnen begroeid met palmbomen, inheemse tamariks-struiken en wilgen. De kust is zeer gevarieerd met delta's onder de zeespiegel, vulkanische doorgangen onder water, steile kliffen en zandbanken.
Deze natuurlijke verscheidenheid zorgt voor een grote rijkdom aan leven onder de zeespiegel waar schildpadden, dolfijnen en grienden hun plaatsje hebben. Elke dag opnieuw valt er te genieten van alle verschillende soorten dieren en planten die samen op dit eiland zijn te vinden. Daarom is het eiland met recht een biosfeerreservaat.